(Jeugd) Herinneringen
Rob Olthof
Met bepaalde regelmaat publiceert Rob Olthof van de Stichting Media
Communicatie over herinneringen uit zijn jeugd...
Deel 1
Niet te geloven, ik ben de zoon van een (hof)kapper. Tot
mijn 60ste levensjaar heb ik gewoond aan de Willemsparkweg te Amsterdam (in de
directe omgeving van het Museumplein). In de tijd dat mijn vader in Amsterdam
Zuid kapper was, zaten er op de Willemsparkweg maar liefst 12 kappers. Mijn
kinderjaren waren vrijwel rimpelloos verlopen, hoewel ik vaak tijdens het
avondeten de kreet van mijn vader moest horen: “vrouw, ik heb vandaag het zout
in de pap niet verdiend”. Met andere woorden mijn vader was wel een vakman maar
beslist geen zakenman. Hij had wel goede klanten want toen de toenmalige Keizer
van Ethiopië, Haile Selassie, te gast was in het Koninklijk Paleis op de Dam,
vergezeld van zijn vrouwen en hofdames, moest hij weer eens uitrukken. Hij had
dan ook een vaste passe-partout om het paleis binnen te kunnen komen. Tevens
waren er veel hofdames en freules klant in de salon van Olthof.
Bij sommigen van die dames hoefde ik maar even mijn rapport te laten zien en dan
kreeg ik fl. 25,--. Let wel dat was in de begin zestiger jaren! Mijn grootvader
had op een bepaald moment Mata Hari als klant. Zij woonde toen aan de Van
Breestraat in Amsterdam, in hetzelfde huis waar later Pistolen Paultje woonde.
Deze straat ligt pal achter de Willemsparkweg. Ik kan me nog herinneren dat ik
in de AVRO bode destijds een oproep zag van de Italiaanse Televisie voor mensen
die Mata Hari nog gekend hadden. Ik schreef naar de AVRO bode en een maandje
later stond de Italiaanse filmploeg in de kapperszaak te filmen. Helaas heb ik
de reportage nooit gezien. Mijn vader verkocht ook parfumerieën, maar vergat
weleens die aan zijn klanten te verkopen. Een beetje pushen van de handel kan
geen kwaad nietwaar? De vermeende zakelijkheid sloeg echter een generatie over.
Ik heb het namelijk, zoals algemeen bekend, wel. Tijdens mijn verblijf op de
MULO verkocht ik al condooms en pornografische foto’s aan mijn klasgenoten. Ik
schrijf pornografisch, maar als je die foto’s uit de Lach terug bekijkt, dan
zijn ze zo kuis dat ze zelfs in het Reformatorisch Dagblad afgedrukt kunnen
worden. Maar dat was in de jaren vijftig en jaren zestig toch plaatjes die
eigenlijk net niet door de beugel konden. Wij hadden de leesmap in de salon en
dus lazen we de inhoud thuis en daar stond een advertentie in De Lach voor
condooms. Ik deed een bestelling en dan verkocht ik de condooms door met winst.
Duidelijk is dat ik niet voor niets begonnen met boottochten te organiseren
vanuit Scheveningen naar de drie radioschepen in 1971.Het leverde geld op dat
weer geïnvesteerd kon worden in andere projecten. Vanaf 1978 ontstonden de
eerste radiodagen: eerst nog heel primitief vanuit het Seanews Center van
Jacques De Gier in Scheveningen.
Tijdens mijn lagere school tijd begon ik al met het kopen van en sparen van
grammofoonplaten. De eerste artiesten, die ik leuk vond waren ondermeer Dorus en
The Chico’s. Deze laatste groep maakte country en western muziek. Na de Nicolaas
Maesschool (lagere school) ging ik naar de MULO in de Jan Luykenstraat te
Amsterdam. Het heette Instituut Schreuder. Daar heb ik, met het jongenskoor van
de Vredesscholen van dirigent Van de Bijl, nog meegezongen in de Matheus Passion
(en saai dat ik het vond). Ik kan je zeggen dat ik blij was, dat ik in de pauze
weg mocht. In de eerste klas van mijn MULO zat Jan Akkerman, de welbekende
gitarist. Ook ene Erik Schoenland, later bekend geworden als ‘witte platenboer’
en van de 8 track. Schoenland produceerde de zogenaamde bootlegs (de illegale
opnames van artiesten). De 8 track, die hij als eerste promootte en verkocht, is
in Nederland totaal geflopt. De reden zal wel geweest zijn dat de cassettes veel
groter waren dan de normale muziekcassettes.
Ik spreek van de jaren 1962-1965: de zeezenders Radio Veronica en de op Engeland
gerichte zeezenders. Ik moet bekennen dat ik Radio Veronica nooit zo bijzonder
heb gevonden, dit op een uitzondering daargelaten: Joost den Draaier. Ook
luisterde ik in die tijd veel ’s avonds naar Radio Luxemburg, de ‘famous 208’.
Na de periode van verering voor de Chico’s werd mijn enthousiasme gewekt voor de
muziek van Elvis Presley, Little Richard, Cliff en later de Nederpop. De
allereerste keer dat ik een rockzanger live bezig zag was in het Concertgebouw
van Amsterdam, waar de VPRO televisie een optreden van Johnny Hallyday opnam. De
volgende dag sprak een journalist van de Telegraaf lezend Nederland daar schande
van. Het concert was in zijn ogen en oren vulgair en hysterisch geweest. Ik was
toen en ben tot heden zeer onder de indruk van zijn zangstem. Ik heb bijna alles
van hem op LP of CD. Later zag ik er nog optredens van Roy Orbison, Adamo, Trini
Lopez en vele anderen in het Concertgebouw. En een geluk dat het praktisch om de
hoek van de Willemsparkweg was te vinden.
Even voordat Johnny Hallyday in Nederland populair werd, had je nog een zanger
met de naam Vince Taylor (hij was de man in leer met een enorme ketting om). Hij
was in ons land en wilde dé ster zijn op het Grand Gala du Disque. Helaas mocht
Taylor niet optreden. Zijn versies van nummers als ‘Peppermint Twist’, ‘What I
say’ en ‘Twenty Flight Rock’ zijn nog in mijn geheugen gebrand. Ik draai de cd’s
van Vince Taylor nog regelmatig. Zijn hele loopbaan en de invloed op de
popmuziek destijds was groter dan je zou denken. Zijn eerste single maakte hij
destijds bij het platenlabel Parlophone/Odeon en was getiteld: ‘Right behind you
baby’, een single die een redelijk succes had. Later tekende hij een contract
bij het Palette label en de grote doorbraak kwam doordat Eddie Barclay hem zag
optreden in de Olympia in Parijs. Voor dat label nam hij ‘Peppermint Twist’,
‘Twenty flight rock’ en andere nummers op. Zijn optredens waren in die tijd heel
ruig en in mei 1965 sloeg hij bij een concert alles kort en klein. Wie zaten
daar toen ook in de zaal? De leden van The Who, die dat trucje van Vince Taylor
afkeken. Later raakte zijn carrière in het slop: drank en drugs en het wilde
leven ging zijn tol eisen. Toch zag Vince Taylor nog kans om voor het
platenlabel Big Beatrecords nog een dubbel LP op te nemen. Op 28 augustus 1981
stierf Vince in het Zwitserse Lutrice. In zijn begeleidingsband ‘The Playboys’
zat ondermeer Tony Meehan, later bekend als drummer van The Shadows en het duo
‘Jet Harris and Tony Meehan’. Vince Taylor stond destijds model voor Ziggy
Stardust, de alter ego van David Bowie. Hij had ook nog een tijdje een
verhouding met Brigitte Bardot.
Omdat mijn vader mevrouw Cappijne van de Copello (toenmalig VVD parlementarier)
als klant had, kon ik weer van haar vader - die secretaris was van het
Concertgebouw - altijd gratis kaarten voor concerten krijgen. Behalve het
optreden van Johnny Hallyday heb ik tweemaal Trini Lopez daar optreden gezien.
Verder herinner ik met nog de met zonnebril verschenen Roy Orbison, Adamo en nog
een stel artiesten. Het moet zo rond 1963 zijn geweest dat ik ook een keer een
kaart kreeg om het jaarlijkse Grand Gala du Disque bij te wonen. Een programma
dat toen live vanuit het Concertgebouw werd uitgezonden. Ik zat toen naast Cor
Steyn, de helaas zo vroeg overleden organist. Hij was huisorganist bij de VARA
waarmee ook Dorus veel optrad en vele platen maakte. Zelfs ging het illustere
duo een keer voor een optreden naar de VS, een verre reis in die tijd.
De Beatmuziek die later popmuziek, werd genoemd, ontwikkelde zich in de jaren
zestig van de vorige eeuw. In 1967 kwam de opkomst van de flower power, verder
hadden we Hitweek, Paradiso en Fantasio. Ik was trouwens meteen ‘verslaafd’ aan
het blad Hitweek. Zodra er weer een nieuw nummer uitkwam kocht ik die meteen in
de Hitweek burelen aan de Alexander Boersstraat, een zijstraat van de
Willemsparkweg. De vele grammofoonplaten werden door mij gekocht bij de
plaatselijke Vroom en Dreesmann in de Kalverstraat, bij Richter in de PC
Hooftstraat (deze straat is thans berucht om zijn vastgoed criminelen) en bij
Wessels in de Beethovenstraat. Platenmaatschappijen als Phonogram en Bovema
(thans EMI geheten) hadden bijna elke week een advertentie van hun nieuwe
singles in de Hitweek, de Muziek Express en andere popbladen. Phonogram rekende
fl. 3,40 voor een single, Bovema fl. 3,60 en RCA fl. 3,75. Al mijn zakgeld ging
op aan het kopen van singles en soms aan een zak frieten van een kwartje. Van
Koos Zwart en Marjolein Kuijsten van Hitweek hoorde ik destijds dat Paradiso zou
opengaan en ik verkeerde in de gelukkige omstandigheid de openingsavond mee te
maken. Het gebouw waar Paradiso in gevestigd is was de vroegere kerk van de NH
Gemeente. Elk weekend traden daar de bekende nationale en internationale bands
op zoals The Outsiders, Golden Earring, Moody Blues, Pink Floyd en vele anderen.
In de jaren na de eerste grote successen kreeg Paradiso de naam een drugshol te
zijn. De ‘groten der aarde’ traden er niet meer op, zodat op een gegeven moment
besloten werd tot verbouwing en modernisering. In die tijd kende ik van mijn
bezoeken aan Paradiso een zekere Reneetje, naar haar zeggen was ze fotomodel. Ik
kon het redelijk goed met haar vinden en ik ben nog wat keren met Reneetje naar
Zandvoort gegaan. Later zag ik haar ergens eens uit het dames toilet komen met
nog een naald in haar arm. Weer later hoorde ik dat dezelfde Reneetje was
overleden als gevolg van een overdosis. Rond die tijd was de Melkweg open gegaan
en was The Birdsclub op het Rembrandtplein ook al enige jaren in opgang. Daar
zag ik op een avond ook de deejay Graham Gill optreden en hij werd omringd door
adembenemende schonen, waar hij totaal geen belangstelling voor had. Wist ik
toen veel! We spreken over de jaren 1968, 1969.
Dan iets meer over ‘Ollie Privé’. Ik ben altijd het enigszins beschouwende type
geweest. Als Hans Knot en ik in Londen en andere plekken in Engeland zijn, dan
praat hij het meeste met de gasten en radiovrienden en ik luister. Ik prent dan
wel in mijn oren wat ik hoor. Ik hoef niet zo nodig op de voorgrond, ik ben ook
wars van elke vorm van ijdelheid. Sommige mensen moeten/willen op de voorgrond
staan, ik heb daar zelf geen behoefte aan. Dat wil overigens niet zeggen dat ik
niet aan een aantal touwtjes trek. Verder was ik totaal niet geïnteresseerd in
sport. Ik heb wel nog een blauwe maandag op een roeiclub gezeten maar dat was
meer op aanraden van een klasgenoot van mij, Erik Schoenland. ’s Zaterdags keek
ik dan of er een blauwe lucht was en het niet teveel waaide. Als ik dan toch nog
zin had, dan ging ik maar weer een uurtje roeien. Zwemmen deed en doe ik wel en
dat in het prachtige Zuiderbad in Amsterdam. Dit zwembad is geheel opgetrokken
in de Jugendstil. Dan zwom ik een uurtje en ging dan naar huis.
Later, toen Hans Knot en ik meer contact met elkaar kregen heb ik een wijs
besluit genomen: Hans had samen met Jacob van Kokswijk zijn Engelstalig blaadje
Pirate Radio News en begon via een advertentie destijds bandjes te verkopen met
historische opnamen van de zeezenders, net als de mensen van de Free Radio
Action uit Rotterdam, de gebroeders A en D. Vandermeer. Hoe goed je ook bevriend
bent met iemand, probeer altijd te vermijden dat er een competitie gaat ontstaan
in de zin van: “wie verkoopt er het meeste bandjes? Of wie is de beste van ons”?
Ik besloot dus de verkoop te gaan doen van allerlei zaken die te maken hadden
met de zeezenders en vooral nets zelf te produceren. Ik had thuis dan ook geen
studio. Op de een of andere manier ook totaal geen behoefte aan gehad. Een mooie
geluidsinstallatie was voor mij meer dan voldoende.
Enige tijd geleden werd ik nogmaals geconfronteerd met dit wijze besluit van
destijds toen een wederzijdse kennis er de brui aangaf. Ik zal verder niet in
detail treden, maar jaloezie speelt soms een grote rol.
Een grote klapper was voor mij de verkoop van het boek 20 Jaar Caroline, waaraan
een aantal personen heeft meegeschreven. Ik adverteerde met het boek in het FRM
van Jose Herps. De oplage van dit tijdschrift lag op 30.000 exemplaren. Dat boek
verkocht dus wel. Het was ook een uitermate vlot geschreven boek, dat hoognodig
weer eens herdrukt moet worden. Vele jaren later hoorde ik van Hans Knot dat er
met een van de betrokken personen een meningsverschil was ontstaan over… ja
juist, u raadt het al: geld! Geld en eer zijn de vaak de grote struikelblokken
in een club of vereniging. Is ‘A’ beter dan ‘B’? ‘A’ konkelt wat met ‘C’, die
minder goed is dan ‘A’ en die roddelt weer met ‘B’ en zo heb je snel onenigheid
in de tent. Ik heb daar weleens over gesproken met mensen uit andere clubs en
steevast kreeg ik te horen: in wat voor soort club je dan ook zit, het is overal
zo. Een geval van pure jaloezie! Kijk maar eens op andere nieuwsgroepen dan die
over radio of zeezenders. Verschrikkelijk is het gescheld dat je daar ook
tegenkomt.
Na een radio-uitzending van de regionale Radio West vanaf zee, 31 augustus 2008,
werd er al weer met modder gegooid door de bekende personen. Hans Knot met zijn
uitgebreide kennis kreeg het weer eens te verduren van de mensen aan vaste wal.
Waarom mag je niet vertellen dat je Radio Veronica tussen 1960-1965 zo saai was?
Dat was toch ook zo?
Ik heb dus zowel de provotijd meegemaakt als de flowerpower tijd daarna. De
jongens achter Provo heb ik vaak horen spreken in gebouw Famos, gelegen aan de
Vondelstraat. Later zeer berucht geworden door de krakersrellen. Ik heb echter
nooit de behoefte gevoeld om achter die lui aan te lopen. Ik kocht wel eens een
provo blaadje maar meer om de amusement dan om de politieke boodschap. Later
kwam ik een van die provo’s nog tegen (Rob Stolk). Hij was toen bekend als klant
bij Tetterode, een bedrijf waar ik de Incasso voerde. Hij had na zijn provotijd
gelukkig een mooi bedrijf opgebouwd. In het Vondelpark heb ik destijds nog
weleens Simon Vinkenoog horen orakelen vanaf een zeepkist. Het ging over
softdrugs en dat soort zaken, maar ik was en ben nog steeds geen meeloper. Begin
jaren tachtig had je nog de zogenaamde ‘ban de bom marsen’ en op een van die
zaterdagen was ik op weg naar Ellen Kraal (Caroline deejay Samantha) in Den Haag
en toen ik die lui langs de Laan van Meerdervoort zag lopen schoot me opeens te
binnen dat we daar eigenlijk met broodjes hadden moeten staan. ‘Tja’, zei Ellen
droog toen ik het haar vertelde, ‘daar ben je nu te laat mee’. Meelopen met een
protestmars? Nee, beslist niets voor mij. In de jaren zestig van de vorige eeuw
heb ik eenmaal gestemd op D 66, dat vond ik wel een progressieve partij, maar
vier jaar later kwam ik toch weer in het warme liberale nest terug.
Af en toe spring ik wat terug in de tijd. Nadat ik de Handelsschool had
doorlopen moest ik onder de wapenen in het zuidelijke Ossendrecht. De eerste
maand zou het ploeteren worden, je met volle bepakking in de plas water laten
vallen. Ik zag het allemaal niet zo zitten en ik volgde de truc met herkeuringen
aanvragen. Eerst moest ik voor herkeuring naar de Mathijssenkazerne in Utrecht.
De herkeuringen aanvragen heb ik vervolgens ruim een jaar volgehouden.
Uiteindelijk moest ik toch opkomen voor militaire dienst want in het najaar van
1966 was ik de pineut. Tot mijn grote vreugde kreeg ik een maand voor de opkomst
een brief, waarin stond vermeld dat ik buitengewoon dienstplichtig werd
verklaard (dit tezamen met nog ruim honderdduizend anderen. Er was, door de
babyboom in de tweede helft van de jaren veertig, een overschot aan jongeren.
Wel stond er in de brief dat ik jaarlijks moest opkomen voor de BB (Bescherming
Bevolking).
Ruim twee jaar lang horde ik vervolgens niets van die mensen achter de BB.
Uiteindelijk moest ik eind 1968 mijn uniform ophalen en meedraaien in de
diensten! Inmiddels kwam ik als vakantiehulp terecht bij Amstelhof- het oudste
bejaardenhuis van Nederland dat anno 2008 wordt omgebouwd tot museum Hermitage).
Een ontzettend leuke tijd heb ik daar gehad met boekhouder Hubers en de dames
van de administratie. Hubers en ik hadden er eigenlijk nauwelijks werk te doen,
dus Hubers wijdde zijn aandacht aan de bouw van zijn transistor versterker en de
dames van de verpleging hadden mijn aandacht.
’s Middags ging ik weleens met mijn vriendinnetje naar de bioscoop of we zaten
beneden in de keuken van het bejaardentehuis aan een potje bier. Na ruim een
jaar er te hebben gewerkt had ik ondertussen handelscorrespondentie Nederlands,
Engels en Duits in de avonduren gehaald en ik ging verder met MBA boekhouden.
Het werd dus tijd dat ik een echte baan ging zoeken en dat werd de uitgeverij
van vakbladen waar ik ging werken op de financiële afdeling. Ik ging er de
debiteuren en incasso administratie verzorgen.
Ik werkte dus vervolgens bij Uitgeverij Diligentia. Eind 1969, in de maand
november, hadden we een bedrijfsfeestje en daarvoor was ondermeer uitgenodigd
Joost den Draaier. In de pauze sprak ik hem aan en hij vertelde tot mijn
verbazing dat er in Slikkerveer een compleet nieuw zendschip klaar lag om voor
de kust van Scheveningen te gaan uitzenden op de 186 meter. Pas in januari
hoorde ik op een zaterdagnamiddag voor het eerst een signaal van RNI. Wat een
goed station was dat en wat een feest om de oude Caroline deejays terug te
horen. (Beide Caroline schepen lagen nog te rotten in de Amsterdamse haven). Op
een van de vele bezoekjes aan de haven van Amsterdam kwam ik Arie Swaneveld
tegen. Hij was het die later de REM apparatuur kocht voor fl. 9.000,-- en
(toeval bestaat niet?) ik in de AVRO bode later las dat Adriaan Van Landschoot
voor zijn Radio Atlantis een boot en zendapparatuur zocht. De rest is voor de
fervente radioliefhebber historie. Diverse keren ben ik bij Arie Swaneveld op
bezoek geweest in ’s Gravenzande. Dat ging niet alleen om Arie want hij had ook
een beeldschone zus. Ze trok meteen mijn aandacht en ook die van mijn neef. Bij
één van de laatste keren dat ik met mijn neef bij Arie was, vroegen we waar zijn
zus gebleven was. ‘Nou’ zei Arie, ‘die hebben we het huis uitgezet. Op een nacht
moest ik naar het toilet en ik zag bij het raam van mijn zus een ladder staan.
Op de gang kwam ik vervolgens een matroos tegen. Mijn zus had met hem een
afspraak in de slaapkamer. Ik kan best de zon in het water zien schijnen, maar
dit ging me te ver. Arie zat trouwens in het zaagsel handel. Het zaagsel
verkocht hij aan ondermeer aan de slagerijen om op de grond te strooien van de
rookovens. De zenders en andere apparatuur van het voormalige REM- eiland
stonden bij hem in de loods Ook had hij een Fokkertje, die hij wel eens
uitprobeerde, immers was hij in het bezit van een vliegbrevet. Met die Fokker
zijn we nog eens naar Knokke gevlogen om rond te cirkelen boven het zendschip
van Radio Atlantis.
In het voorjaar van 1970 ben ik met oom Herman, een kennis van me van de
Nederlandse Reisvereniging, tevens destijds particulier chauffeur van me, naar
Scheveningen geweest. In die tijd dacht ik erover om boottochten te gaan
organiseren naar de zendschepen van Radio Veronica en RNI. Het werd echter
later. Wat de reden was weet ik niet meer, maar pas in 1971 begon ik met de
boottochten. Inmiddels verkocht ik wel foto’s van de Caroline schepen, die
gelegen waren in de haven van Amsterdam en begon aldus adressen te verzamelen
van zeezenderfans. In 1972 las ik in de Telegraaf dat Gerard van Dam de Mi Amigo
had gekocht voor fl. 20.000,--. Ik nam toen meteen contact met hem op, want van
dat verhaal van een piratenmuseum – dat er ingericht zou worden op de MV Mi
Amigo, geloofde ik helemaal niets van. We maakten een afspraak bij hem thuis in
Den Haag aan de Roggekamp, een straat gelegen vlakbij het spoor. Gerard liet me
vervolgens in de kelder een aantal zenders zien. Recentelijk hoorde ik nog van
Bob Noakes dat hij een en ander in elkaar had gesleuteld voor Gerard van Dam.
Gerard nodigde me vervolgens uit om naar Zaandam te kopen, waar de Mi Amigo
ondertussen aan het Zwarte Pad lag afgemeerd. Peter Chicago, die ook betrokken
was bij het project, heb ik daar niet gezien. Wel de zenders, en die zagen eruit
als een slecht gebit. Op 1 september – het nieuws haalde de voorpagina van de
Telegraaf - ging de Mi Amigo naar buiten en naar internationale wateren. Pas op
30 september begon men te testen op 259 meter met een looptape met muziek van
Ray Connif and his Singers. Het was die gedenkwaardige dag van de golflengte
wisseling van Radio Veronica en de zeer opzienbarende ‘kaping’ van de 192 meter
door RNI 2. Een onvergetelijke dag was dat.
Eind 1972 was ik samen met Herman in IJmuiden aan het kijken naar het
binnenvaren van de Mi Amigo. Zoals u weet was er wat onenigheid aan boord tussen
de Nederlanders en de Engelsen, waar ook een Nederlands fregat van de Marine
maar een oogje in het zeil hield. Enfin, Herman en ik staan daar te kijken, ik
neem wat foto’s en zie dat er nog een knaap staat te fotograferen en dat was de
allereerste klant van mij: Piet Treffers uit Beverwijk. Piet Treffers werd de
tweede voorzitter van SMC, de eerste was mijn neef Jan Julsing uit Leiden. Op 1
augustus 1981 heb ik Piet Treffers naar SMC gehaald. De reden was dat neef
Julsing helaas niet de capaciteiten had om deel uit te maken van het bestuur van
een stichting. Piet Treffers kwam op het briljante idee om de SMC Audio
Magazines te maken. Uiteindelijk zijn dat er 75 geworden. Dat ging als volgt:
zijn taperecorders draaiden dag en nacht en na een paar dagen ging hij monteren.
De muziek werd eruit geknipt en interessante gebeurtenissen werden bewaard. SMC
adverteerde met die audio magazines. Werd er een besteld dan ging er een
telefoontje naar Beverwijk en Piet deed, na duplicatie de cassette op de bus.
Het zal rond 1992 geweest zijn dat Piet het voor gezien hield. Ik kreeg een
briefje van hem dat hij nog een Radiodag in Utrecht niet zinvol vond. Hij trok
zich terug. Daar had ik geen last van, want ik reed die dag met Felix Mensingh
mee, ondertussen een goede (zaken) vriend geworden. Boven werd er een
Paranormaal Beurs gegeven en beneden de Radiodag.
Ik ben door mijn ouders vrij beschermd opgevoed en zoals ik al meldde heb ik
nooit meegedaan aan demonstraties en andere, in mijn ogen, flauwe kul. Het was
niet omdat ik niet demonstreren mocht. Maar al die onzin van ‘ban de bom’ en
andere acties, daar voelde ik helemaal niets voor. Een uitzondering maakte ik
echter voor de grote demonstratie voor het behoud van de zeezenders in Den Haag
die ik mentaal wel steunde, Immers was onze democratie op sommige punten gewoon
volksverlakkerij. Denk maar aan de anti-REM wet, die in 1964 door de Tweede
Kamer werd heen geloosd! Onzin vind ik ook de toenmalige gangbare mening dat je
als je jong bent, links moet zijn en dan langzamerhand naar rechts zou moeten
opschuiven. Ik was en ben altijd liberaal gebleven.
Fysiek kon ik er niet bij zijn in Den Haag, want ik zat net een blauwe maandag
bij de ABN-bank, afdeling reclame. Mijn chef hing in die tijd tegen
overspannenheid aan en hij kreeg ook weinig steun van zijn superieuren. ABN
plaatste advertenties in een hoop kranten in Nederland en die advertenties
moesten vergeleken worden met de facturen, die vervolgens voor de gemaakte
advertenties verschenen. Op een dag had ik een dergelijke factuur in handen en
ik zag dat ABN geen zogenaamd milimetercontract met de krant had aangegaan. Je
kunt je voorstellen dat een advertentie zonder contract duurder is dan een
advertentie waarbij je een contract per jaar afsluit. Ik maakte dan ook, in mijn
opinie, een voorzichtige opmerking. Mijn chef werd vervolgens compleet
hysterisch en vroeg zich af waar ik me mee bemoeide. Enfin, ik heb er mijn
proeftijd uitgezeten en was daarna weg. Wel hield ik vervolgens nog gedurende
een aantal jaren contact met twee van mijn collega’s. Yvonne en een man van mijn
leeftijd. Ik heb van haar destijds nog wat foto’s gemaakt in het Vondelpark met
een t shirtje van een of andere zeezender erop. Hans zal de foto wel ergens
hebben in zijn archief.
Na mijn werkperiode bij de ABN kwam ik in dienst van Phonogram. Ik zat daar
tegenover een chef, die de hele dag aan het kreunen was. De man had een gebit in
zijn mond, zo rot als een mispel, maar hij durfde niet naar de tandarts. Soms
was hij er zo beroerd aan toe, dat hij niet eens de telefoon opnam. Ik heb daar
bij Phonogram ook in de keuken mogen kijken van de hitlijsten. Stel je hebt een
single die niet zo lekker loopt qua verkoop. Je maakt dan een deal met een
groothandel en zet dat op papier – in consignatie - verkoop je 10 000 stuks. De
single komt vervolgens op de top 40 lijst te staan. Vervolgens komt er vraag van
de platenboeren, want de plaat staat in de lijst. Dan start dus onmiddellijk de
echte vraag naar de plaat.
De liefde voor de grammofoonplaten heb ik geërfd van mijn vader Die
‘sneed’vroeger zijn eigen platen. Dat deed hij met schallak op 78 toeren in die
tijd. Na zijn overlijden in 1997 zijn er platen van het bezoek van Koningin
Wihelmina aan Amsterdam, diverse sketches van Snip en Snap naar het Omroepmuseum
verhuisd. Enige honderden boeken en grammofoonplaten gingen met hetzelfde busje
mee naar de archieven in Hilversum. Tijdens de Phonogram tijd kon ik
ongebreideld LP’s kopen en dat heb ik dan ook gedaan. Senior deed ik daar echt
ook een groot plezier mee. Later werd het kantoor van Phonogram, gevestigd aan
de Drentestraat in Amsterdam opgeheven. Alles verhuisde vervolgens naar Baarn,
alleen de debiteurenincasso verhuisde naar Polydor in Rijswijk. Ik heb de
verhuizing niet afgewacht en ben toen weer terug gegaan naar mijn oude baas, de
uitgeverij Diligentia aan de Roemer Visscherstraat te Amsterdam, nabij het
Leidseplein. Dat was echt heerlijk, want ’s zomers ging ik dan met collega’s
wandelen in het Vondelpark.
Een recente herinnering gaat over een boek. Auke Kok mailde me met de mededeling
dat er een herziene uitgave gaat komen van zijn boek met een nieuw kaft als
omslag. Ik maak vervolgens hier melding van in de nieuwsgroep zeezenders en weet
zeker dat bijna iedereen over mij heen zal vallen want in hun ogen spam ik. Nu
moet je dat ‘bijna iedereen’ niet letterlijk nemen want de kopers van het boek
zijn juist degenen die niet in de nieuwsgroep reageren maar uitsluitend lezen.
Daarna kopen ze het boek en daar moet ik het van hebben. Wat denk je hoeveel
personen er over me heen vielen? Ruim zestig reacties van die mongolen, pardon…
fans. Vaak betreft het mensen die uit pure zuinigheid nooit wat kopen, lopen te
hoop tegen dat boek. Het blijft, in mijn ogen, een achterlijk gedoe dat ze
telkens zo reageren.
Natuurlijk begrijp ik wel waarom ze met een herziene druk willen komen. De
uitgever plaats nu op het kaft een foto van de Norderney omdat op de vorige
uitgave een foto stond van de Borkum Riff en je altijd oenen hebt die dat schip
niet kennen. Heeft men dat wel overwogen in de nieuwsgroep dat het een reden kan
zijn? Welnee, ze zeuren en jammeren gewoon verder. Iemand meent dat ik teveel
spam en te weinig te melden heb. Op een gegeven moment werd er gememoreerd dat
de Norderney exact op 18 april 1973 weer door Smit Tack van het strand van
Scheveningen werd gehaald en naar volle zee gesleept werd. Hans Knot vond die
datum erg toevallig, zo heeft hij vele malen tijdens verschillende gelegenheden
laten horen en ook neergeschreven in één van zijn boeken.
(Ik heb ook deze menig en heb redenen om dat aan te nemen. Ik had daar een keer
Bull Verweij gevraagd hoe dat zat met het weer vlottrekken op de ochtend van de
demonstratie en als antwoord grijnsde Bull met de woorden: “Symbolisch hé?”).
Nu we het toch over slepen hebben, maar even terug naar 1968. Ik heb recentelijk
ook weer eens het vreemde gebeuren rond het binnenslepen van de Fredericia en Mi
Amigo aangehaald van zondag 3 maart 1968. Ik dacht tijdens het schrijven dat
daar een stortvloed van reacties op zou komen. Nee, dat onderwerp is voor velen
toch te hoog gegrepen. Er was echter een clever persoon bij en die verbaasde
zich ook al dat het Caroline management, of wat daarvan moest doorgaan, niet
meteen beide schepen hier voor de kust parkeerde. Hadden ze dat gedaan dan
scheelde het immers in bevoorradingskosten. De Engelsen beschouwen de Hollanders
vaak toch als Hottentotten dus dat kwam in hun hoofden niet op. Met het
rampzalig gevolg voor Radio Caroline dat de rekeningen, die niet betaald werden,
(synoniem aan Ronan) opliepen en het Wijsmuller te gek werd. Vervolgens maakten
de Wijsmullers de rampzalige fout om beide schepen de haven van Amsterdam binnen
te slepen. De handelswaarde van beide schepen was misschien een miljoen gulden,
zodra ze in de haven van Amsterdam waren gesleept waren ze hooguit de oud ijzer
prijs waard. Twee jaar geleden, tijdens een verjaardagfeestje van mijn neef,
hoorde ik van een vriend van hem, die bij de Wijsmullers werkte in die tijd, dat
de gebroeders Wijsmullers altijd ruzie met elkaar hadden, dus elkaar zaten tegen
te werken.
Als je het over Rob Olthof hebt kun je niet om het onderwerp handigheid heen.
Tja, mijn vader timmerde, schilderde, soldeerde en ik keek toe. Foutje misschien
om zijn handigheid niet op mij over te brengen hoewel ik eerlijkheidshalve wel
moet zeggen dat ik nooit aanleiding en interesse heb getoond in timmeren en
solderen. Ik kan me nog wel herinneren dat hij destijds bij Aurora in de
Vijzelstraat een bouwpakketje kocht van de allereerste Robijnversterker. Avonden
lang heeft hij vervolgens zitten solderen en prutsen. Een monouitvoering was dat
destijds. En jawel hoor, het ding was klaar en ik kreeg de versterker van hem.
Dolblij was ik. Helaas ging die blijheid snel over want na een dag of wat kwam
er spontaan een dikke witte rookpluim uit de versterker. Binnen het apparaat was
alles doorgebrand. Pa Olthof ging terug naar de winkel van Aurora en zowaar
kreeg hij een complete gemonteerde set terug. En ik kan je melden dat die
versterker het jarenlang tot volle tevredenheid heeft gewerkt.
Deel 2
Enige jaren geleden besloten Michael Bakker, Ad Bouman,
Tineke de Nooy om tijdelijk een middengolf zender te huren en gedurende een week
op de 1224 kHz Veronica te laten herleven. Na het overwinnen van een groot
aantal problemen werd bekend gemaakt in de pers en op de avond voor de start op
de televisie dat de volgende dag Veronica tijdelijk weer terug was op de
middengolf. Ik had bij hen een aantal spots gekocht en deze bleken meteen zeer
succesvol. Ik adverteerde met de dubbel CD “Het grote Bull Verweij
interview”gemaakt door Jelle Boonstra en Hans Knot. In een week tijd verkocht ik
dozen vol van deze CD en het aantal telefoontjes thuis was ontelbaar, zo veel
zelfs dat ik besloot van kantoor maar een aantal dagen vrij te nemen om aan de
telefoon te zitten.
In de pauze op kantoor bracht ik Albert Heijn tassen vol pakjes naar het
postkantoor. Tot midden in de nacht werd er gebeld.
Ruim een week nadat de uitzendingen beëindigd waren, werd ik gebeld door een
zeer emotionele dame. Zij vertelde me dat haar broer in het ziekenhuis lag en
medisch was opgegeven.
Hij had van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat geluisterd en hij vergat zo de
pijn. Zij vertelde me dat nadat de uitzendingen gestopt waren, hij een half uur
later was overleden. “Wilt u
Meneer Olthof al die programmamakers bedanken namens mij. Ik kan het momenteel
niet aan”. Uiteraard heb ik haar verhaal verteld aan Michael Bakker. Ik had een
brok in de keel, want zo iets had ik ook nog nooit gehoord in al die jaren. Ik
heb haar heel veel sterkte gewenst.
Een tijd later vernam ik van Michael Bakker dat zij voornemens waren hun
kabelstation Radio Gooiland in Okay FM en dat ze ook in Amsterdam op de kabel
zouden komen. Ik reisde opnieuw naar Hilversum af waar de studio stond om over
spots te praten. Inmiddels breidde de steden waar Okay FM te ontvangen was zich
steeds verder uit. Uiteindelijk besloot men om de naam te wijzigen in Radio 192
en op een zeer hete vrijdagmiddag in de zomer kwam men tevens op de 1332 kHz.
Ik had voor de dag een uurtje eerder vrijgenomen en treinde naar Hilversum met
de camera om e.e.a. op te nemen. In een party tent was “tout “Hilversumse matras
aanwezig, waaronder Barry den Hartog, vroeger acquisiteur voor Radio Monique en
thans al jarenlang voor o.a. Sky Radio. Ad, Michael, Bull en Tineke zouden de
“aftrap”doen voor Radio 192, live vanuit de Party tent. Nou, dat liep stevig in
het honderd want Ad had bepaalde dingen niet goed geregeld. Maar gezellig werd
het.
Ik nam een half jaar contract en bleef adverteren met de dubbel CD “Het grote
Bull Verweij interview”, na een half jaar reclame had ik ongeveer 2 dozen CD’s
verkocht. Maar ja, wie niet waagt, die niet wint nietwaar?
Anja X
Velen van u zullen zich ongetwijfeld Hotel Die Raeckse herinneren. In de jaren
70 en 80 werden daar o.a. Platenbeurzen georganiseerd en later ook de radiodagen
van smc. Toen ik succes begon te krijgen in het organiseren van Paranormaal
Beurzen ben ik die ook gaan doen in Die Raeckse.
De zoon van mijn compagnon had in die tijd een zeer succesvolle CD uitgebracht
en in het Haarlems huis aan huis blad werd daar op de voorpagina aandacht aan
besteed. Dat resulteerde in een enorme toeloop van mensen op een bewuste zondag.
Wij hadden in die tijd een zeer beroemde hypnotherapeut in ons gezelschap en op
die zondag kwam hij binnen met zijn vrouw en een roodharige dame. De beurs was
nauwelijks begonnen of roodharige dame begon alle tafeltjes af te lopen en legde
overal folders neer. Tenslotte kwam ze bij ons en vertelde enthousiast dat ze
een tijdschrift op het gebied van new age zou gaan beginnen en alvast
adverteerders zocht.
Ik was enigszins verrast door haar aanpak en uitstraling. Zij noteerde mijn
telefoonnummer en zei dat ze binnenkort contact met me zou opnemen.
Buitenaards leven
Enkele weken later belde ze op en vroeg me of ik naar haar toe wilde komen in
Hilversum. We spraken bij haar thuis af. Ze vroeg me of ik haar boek wilde
uitgeven. Wat was het geval?
Ze was ontvoerd door buitenaardse wezens. Het manuscript mocht ik niet inzien,
maar dat zou ze op korte termijn bij Felix Offset ( mijn zakenpartner) afgeven.
U begrijpt het al: het boek is er nooit gekomen. Weken later hoorden wij van de
hypnotherapeut dat hij Anja niet meer wilde zien, want “dat kind is zo gek als
een deur”. Tot zover Anja.
Een jaar later zitten wij (Hans Knot en een paar andere mensen) met Bull Verweij
aan tafel en Bull vertelde me dat hij “een honds brutaal meisje aan de deur had
gehad die zijn dubbel cd had geleend voor uitzending op een lokaal
radiostation”. En wie was dat brutale meisje? Inderdaad, Anja X.
Een jaar of wat later vertelde Michael Bakker dat hij Anja X ontmoet had bij de
programmaraad van een stad. Daar was hij om Radio 192 op de kabel aldaar te
krijgen. Een onmogelijk mens aldus Michael.
De wereld is klein.
Deel
3
Ik kan me zo voorstellen dat wanneer je een aantal jaren bij een bedrijf hebt
gewerkt en er komt van dat bedrijf een boek uit over de bedrijfscultuur met
foto’s van je (voormalige) collega’s dat velen zo’n boek graag in hun bezit
willen hebben.
Wat dat betreft tref ik het niet, want noch van Phonogram, noch van Diligentia,
noch van Tetterode is er een boek verschenen. Ik schrijf dat hier zo expliciet
op omdat ik me er over verbaas dat discjockeys- op een enkele uitzondering
daargelaten- nooit dat soort souvenirs kopen. Ik heb het daar wel eens met
anderen over gehad en velen hadden ook al
de zelfde conclusie getrokken. Nu loop ik al vele jaren mee in dit wereldje maar
een afdoende antwoord hierop heb ik nooit gekregen.
Mi Amigo
In de nadagen van 192 waren Felix, Michael en ik aan het filosoferen of het na
het definitief einde van 192 leuk zou zijn om een webstation op te zetten.
Michael overtuigde ons ervan dat een boek mensen zoiets zeer zouden appreciëren
en bovendien: iedereen heeft toch tegenwoordig een PC dus het moet mogelijk zijn
om een groot aantal mensen te bereiken. Zo gezegd, zo gedaan. De computer werd
in Monster geparkeerd: Felix en ik hebben de PC daar gekocht en een stel
fanatieke radioamateurs hebben de hele handel in elkaar gezet.
Na ruim een week kwam Mi Amigo “in de lucht”. Allengs kwamen dj’s zich melden.
SMC zat erop met een aantal spotjes en weldra meldden zich een aantal bedrijven
voor reclame en ik kan me herinneren dat ik ’s avonds gebeld werd door een
Belgische krant die wilde weten of “alle vroegere Mi Amigo jocks” terug zouden
komen op het webstation. Een aantal maanden verstreken en opeens droogden de
inkomsten op. Logisch natuurlijk, want al je promotie moet maken voor 40
personen, dat is het gemiddeld aantal luisteraars van een webstation, schiet dat
dus niks op. Wel werden er regelmatig bijeenkomsten georganiseerd voor het
“personeel” bij Martien Engel thuis. Het werd Felix en mij duidelijk dat we niet
uit de kosten zouden komen. Michael Bakker wilde Mi Amigo toen van SMC
overnemen. Dat gebeurde per 1 sept 2003.
Michael werd het al snel duidelijk dat hij het ook qua inkomsten niet ging
redden en opnieuw werd Mi Amigo webradio verkocht. Het probleem is altijd met
webradio’s het zelfde: hoe draai je quite?
Radiodag 2008
Het was weer gezellig druk in Hotel Casa 400. Ik zag na jaren Erik de Zwart weer
terug die zich erover verbaasde dat Freewave nog steeds bestond. Ook kwam ik
Louis Stuster weer tegen: die had ik ook in geen 25 jaar meer gezien. Louis was
een van de oprichters van het befaamde Radio Unique in Amsterdam. McCloud met
zijn grote cowboy hoed was er ook: het is me een raadsel hoe die man zich
staande weet te houden als je de hele dag door bier drinkt zonder dronken te
worden. Dat moet een “gave”zijn. Ik feliciteerde Johnny Lewis met zijn huwelijk.
Enigszins vertedert liet hij me een sms-je zien van zijn “dochter”van 17 jaar
die pappa zo miste. Ook liep daar “Mandy” rond, een vrouwspersoon die
programma’s maakt voor Seagull en Caroline. Ze liep rond met broeierige blik van
“pluk me, pluk me”. De heren waren echter behoorlijk aan de Heineken en dat
dempt het libido. Na half zes rekende ik de bonnen af met de barman en vertrok
spoorslags naar de metro. Die avond namelijk ging ik naar Carre om daar Herman
van Veen te gaan zien. Carre is een pracht theater echter je moet niet te lange
benen hebben, want de beenruimte is er zeer beperkt. Ik voel het dagen later nog
in mijn knieën.
Melancholiek
Het stormde onlangs en door het klapperen van de ramen en het geluid van stoelen
op het balkon die heen en weer gingen kon ik de slaap niet meer vatten. Ik
besloot in mijn pc maar een dvd tje te stoppen met opnames van RNI stomende van
de Scheveningse kust naar
Clacton on Sea in Engeland. Ik kan me herinneren dat op een avond in maart 1970
men vertelde dat het anker opgehaald zou worden zodat men vanaf zeven uur ’s
avonds naar Engeland zou vertrekken. Ik beluisterde ruim een uur lang Carl
Mitchell en ik was zeer onder de indruk van zijn stem en zijn manier van
presenteren. Helaas is hij niet meer onder ons. Met een schok realiseerde ik me
tevens dat ik toen net 24 was en nu ben ik 62!! Luisteren naar die oude opnames
doet in een flits je hele jeugd voorbijkomen!
Delen 4+5
Kerst
Als je met je vrienden en kennissen gezellig zit te kletsen dan wordt weleens de
opmerking geplaatst: “ik zou weleens in de toekomst willen kijken”. Nou dan geef
ik als antwoord: ik zou de tijd weleens even willen terugdraaien: Kerst vieren
toen “de familie”nog allemaal leefde, mijn grootmoeder kippen grilde in de
keuken, mijn oom dagen bezig was om de kalkoen op te vullen. In de kersttijd
denk ik daar graag aan terug.
Die keer dat de hond van mijn neef om volkomen onduidelijke reden werd
opgesloten in de keuken van hun huis in Noordwijk. We hadden net het voorafje op
toen mijn tante de kalkoen op tafel wilden zetten. Weg kalkoen. De bouvier van
mijn neef had kans gezien de hele kalkoen – bestemd voor 12 personen – in zijn
geheel op te eten en… geruisloos. Hij had met zijn poot heel voorzichtig de
deksel van de pan gehaald en heel voorzichtig op de grond in de keuken de
kalkoen opgegeten. We waren niet kwaad. De hond had een top Kerst nietwaar?
Mulo
Ik zou ook nog weleens terug willen keren- voor 1 dag dan- naar de Mulo, waar
klasgenoot Jan Akkerman met gitaar de klas binnenkwam en tijdens de lessen aan
de snaren zat te pulken.Meneer Boumeester op zijn harmonium zijn gezangen ( Jesu
bleibet meine Freide) zat te spelen. Tijdens de leswisselingen werd nogal eens
het gespeelde repertoire van Radio Caroline besproken.
Noordwijk, Paradiso & Zandvoort
Ik zou nog wel eens met mijn oom op het strand van Noordwijk willen kijken naar
het REM eiland, waar zomer 1964 helicopters landden om
programmabanden en andere spullen te brengen. Ik zou de opening van Paradiso
weer willen meemaken, waar de redactie van Hitweek aanwezig was en Phil Bloom
bevallig op het toneel danspasjes maakte. Ik zou Reneetje, mijn Paradiso
vriendinnetje weer eens willen ontmoeten.
Ik zie me nog in het Concertgebouw staan “zingen”met het koor van de
Vredesscholen onder leiding van Theo van de Bijl. Ik denk met genoegen terug aan
de hete zaterdagmiddag in augustus 1970 op het strand van Zandvoort waar ik
ademloos naar RNI luisterde toen Kees Manders poogde
RNI over te nemen. Ik hoorde mijn vader nog zeggen: “Wat gebeurt daar in
vredesnaam?”. O pa, niks aan de hand: Kees Manders probeert het schip te
enteren. Kees Manders was al jaren bekend als een enigszins “louche”uitbater van
een horeca gelegenheid aan het Rembrandtsplein in Amsterdam. Ik kan me nog
herinneren dat ik maanden later bij hem thuis kwam in Zandvoort, ik zijn
schilderijen moest bewonderen en hij uit het raam keek en tegen mij zei: dat
mokkel is Zwarte Riek ( zijn vrouw). Tja…. Laatst zal ik bij Felix Offset, een
goede zakenvriend van me om hem erop te wijzen dat het maken van digitale
fotoalbums een zeer grote “winstpakker”kan zijn. Ik had als voorbeeld een
fotoboek van Caroline North bij me. Met enige spijt in mijn stem zei ik: “Felix,
als we in 1968 de Fredericia hadden gekocht en voor de kust van Scheveningen
hadden gelegd, waren we nou “binnen gelopen” stond mijn Rolls Royce met
chauffeur buiten te wachten. Tja, als je alles van tevoren weet. Ik zou nog wel
eens met mijn vader door het Amsterdamse Bos willen lopen, vooral die keer toen
Pink Floyd daar speelde. “Wat is dat voor een gejammer? “vroeg hij aan mij.
“Dat is Pink Floyd pa, daar heb ik een paar LP’s van”. Hij zuchtte maar weer
eens.
Teloorgang platenindustrie
In de jaren zestig en zeventig wemelde het van de platenzaken. Nu moet je het
doen met Van Leest (redelijk) en Free Record Shop ( waardeloos)
en nog een paar “independants”. De teloorgang van de platenindustrie is maar
gedeeltelijk te wijten aan het downloaden, immers kopiëren deden we in de jaren
zestig ook al. Nee, mijns inziens ligt dat meer aan de arrogantie van de
platenmaatschappijen die te weinig aandacht aan de artiesten besteden. Mooi
voorbeeld is nog altijd Ilse de Lange, die 80 000 cd’s verkocht ( haar eerste cd
notabene) en waarvan door Warner Bros het contract werd opgezegd. Sommige
maatschappijen hebben suïcidale neigingen!
Zelfs James Bond is niet meer James Bond. Vanaf 1963 las ik de bond verhalen van
Ian Fleming, notabene het eerste boek dat ik las was From Russia with love
tijdens een logeerpartij in London bij een vriendin van mijn moeder waarvan haar
man werkte bij de Secret Service. Mi 5 of 6, geen idee. Bond was een echte
Engelsman met typisch Engelse humor, kortom een heer met een blaffer op zak! Kom
daar nou maar om. Sean Connery en Roger Moore aan de kant gezet( ze werden
natuurlijk wel te oud) en daarvoor kwam in de plaats meneer Craig, een gorilla
die alleen maar schiet en vecht in een waardeloos flut verhaaltje. Ontploffinkje
zus, knalletje zo. Geen spanning meer, nee daarvoor komt in de plaats een knal
of ontploffing.
Zelfs de vrouw van een vriend van mij uit De Meern vond de laatste Bond niet
veel aan en zij is Bond freak, want ze heeft elke dvd van hem.
John Barry zorgde voor een fantastische Bond tune en elke Bond tune in een film
had wel de potentie om een hit te worden, tja,.totdat Casino Royale verfilmd
werd. Waardeloze muziek, geen hit!
Over hits gesproken: jarenlang was Bing Crosby’s uitvoering van White Christmas
de best verkochte single ter wereld. Later werd dit succes overvleugeld door
Elton John’s Candle in the wind, een uitvoering met een nieuwe tekst naar
aanleiding van de tragische gebeurtenissen rondom Prinses Diana. En wat zien we
op de Top 2000 van Radio 2: Candle in the Wind op nummer 376 en Bing Crosby’s
White Christmas op nummer 1076.
En weer staat Queen op 1. Met andere woorden: populariteit van muziek is dus
niet evenredig met de verkochte aantallen? Vreemd hoor.
In de Kersttijd werd er ook een documentaire uitgezonden over Mies Bouman, KRO’s
eerste omroepster. Reeds in oktober 1951 mocht zij programma’s aankondigen. Mies
is voor mij de heldin inzake “Open het Dorp”uit 1963, waarbij ze het presteerde
om 23 uur lang live te presenteren vanuit de RAI in Amsterdam. In korte tijd
werden er miljoenen opgehaald om een dorp voor gehandicapten bij Arnhem uit de
grond te stampen.
Een tijd later werd zij verguisd omdat zij ( heilige!) medewerkte aan het
programma “Zo is het toevallig ook nog eens een keer”. In de derde uitzending
werd er een persiflage over de televisie uitgezonden: “Miljoenen zitten aan het
heilige beeld gekluisterd. O Vader, geef ons dagelijks het beeld”enzovoort
enzovoort.
Alsof de pleuris uitbrak in Nederland. Ik heb die historische uitzending gezien
bij mijn grootmoeder destijds en dacht meteen: O daar komt rottigheid van. Nou
en die kwam er. Ze kreeg politiebewaking ( de dorpsagent uit Blaricum stond voor
de deur) en dozen met poep erin!
De Nederlandse kijker was satire nog niet gewend! Later werd Zo is het toevallig
ook nog eens een keer opgevolgd door Hadimassa. ( Ook van de VARA).
Ziet u nog een Western op de televisie? High Chaperell, Bonanza, The Virginian,
noem maar op. Nooit meer! Waarom niet? Geen idee.
Is het genre helemaal uit de mode? Geloof ik niks van. In de jaren zestig en
zeventig zag je de beste serie van Duitsland, Engeland, Frankrijk
en Amerika op het scherm. Nu is het voor 80% Amerikaans wat de klok slaat. OK,
er komen nog wel een paar goede Engelse politie series op het scherm en wat me
daarbij opvalt is de toename van het geweld en gruwelijkheid van (misschien) het
dagelijkse politiewerk.
“Een hevig protesterend slachtoffer wordt gedwongen bleekwater te drinken; een
man hangt ondersteboven, met afgesneden vingers; een seriemoordenaar bewaart
afgesneden ledematen als trofeeën in een doos. Scènes uit een horrorfilm? Nee
hoor. Het zijn recente voorbeelden uit Britse televisieseries als Taggart en
Trial and retribution, uitgezonden door de publieke omroep in Nederland en
Belgie.
Vijftien jaar geleden zou Inspector Morse nog zijn hoofd hebben afgewend bij een
vuistslag in het gezicht van een verdachte. Tegenwoordig moeten lichtvoetige
detectivedrama’s zoals Inspector Lynley vaker wijken voor gewelddadige
psychologische thrillers met soms gruwelijk geweld.Menselijke en humoristische
detectiveseries met maatschappelijk relevante thema’s delven het onderspit.
Inmiddels is men er bij de televisiemaatschappijen er achter gekomen dat het
publiek niet zit te wachten op overbodige wreedheden. Bij de BBC constateerde
men dat de kijkcijfers van Dalziel & Pescoe
terugliepen omdat er heftige martelscènes in bepaalde afleveringen voorkwamen.
Inmiddels is ook David Jansen, bekend als inspector Frost van plan met de serie
te stoppen omdat hij te oud wordt. In Frost kwamen geen expliciete
gewelddadigheden voor gelukkig. Wel was er veel plaats voor humor net als in de
serie Midsomer Murders en Foyles War. En Duitse series? Waarom worden de
afleveringen van Derrick niet herhaald?
Een traag verlopende handeling, maar sympathiek. Waar blijft Tatort? Waar blijft
Ein Fall fur Zwei ? Gelukkig kwam hier wel Flikken uit België op het scherm,
waar heel weinig geweld in voorkwam. Ik zeg met nadruk: voorkwam. Verleden tijd.
Zit ik naar het 9e seizoen van Flikken te kijken en daarop word ik
“getrakteerd”op een verkoold lijk. De serie mag bekeken worden door 6 jarigen en
ouder. In die tijd las ik Pinkeltje…
Deel 6
Radio Londen vanuit Zutphen.
Kort na Nieuwjaar besloot ik de Kerstspullen naar de berging te brengen. Die
staat behoorlijk vol, want na mijn verhuizing had ik in plaats van 160 m2 maar
85 m2 woonoppervlakte + een berging. Ik ging eerst de boekhouding van het jaar
2000 en 2001 in de papierbak gooien. Vervolgens leegde ik een aantal ordners en
in een van de ordners vond ik een aantekening: Zutphen, Honnecker rijtuig. Ik
dacht meteen aan Peter Jansen en zijn “Radio London”. Jaren geleden werd ik door
hem opgebeld met de vraag of ik nog een cd in de verkoop had van de Radio London
jingles. Hij wilde die kopen, want Olthof: over een paar maanden zit ik door het
hele land op de kabel met Radio London. Je kan nog meer voor me doen aldus Peter
Jansen: wil je voor me naar Engeland gaan en alle ex dj’s van Radio London
destijds uitnodigen om hier te komen werken. Je kan ze een baan aanbieden. Op
mijn vraag of hij bekend was met de adressen van die lui moest hij ontkennend
antwoorden. OK, zei ik. Ik kom via Hans Knot daar wel achter: maak maar fl.
10.000,-- over en dan ga ik wel kijken. Om een lang verhaal heel kort te maken:
tot heden heb ik die fl. 10.000,-- niet ontvangen, derhalve bleef ik dus in
Amsterdam zitten. Die CD heeft hij wel betaald en ontvangen! Weken later belde
hij opnieuw: die Engelse dj’s waren kennelijk niet meer nodig, maar nu wilde hij
met Felix en mij een afspraak maken. De vrouw of vriendin, daar wil ik van af
wezen, vond new age muziek zo mooi en Peter wist dat Felix en ik ( Felix is mijn
zakenpartner bij o.a. new age beurzen) in de paranormaal beurzen business zaten.
Hij maakte op de drukkerij een afspraak met ons. Peter Jansen maakte tijdens het
onderhoud met ons een warrige indruk. Het format van Radio London zou een
allegaartje worden van pop, easy listening, volksmuziek, jazz en new age. Via
zijn station zou er reclame gemaakt worden voor onze paranormaal beurzen. Na een
uurtje stapte hij op. Een week later zou hij op alle kabelnetten van Nederland
zitten aldus Peter Jansen.
Op mijn vraag wie de grote geldschieter was, antwoordde hij: Stichting Doen.
Stichting Doen is een onderdeel van de postcodeloterij gevestigd aan de Van
Eeghenlaan in Amsterdam zuid, en die ligt evenwijdig aan de Willemsparkweg. “Je
moet gewoon je business plan indienen en dan ontvang je de centen”aldus Peter
Jansen. Felix liet na het gesprek Peter Jansen uit en ging weer zijn kantoor
binnen. Daar stond de eigenaar van het kantoren-pand al op hem te wachten.
“Felix, ik weet niet met wie je zaken doet, maar deze man maakt een uiterst
ongunstige indruk op mij. Hij stond al uren geleden op de binnenplaats op je te
wachten en liep maar in kringetjes rond”.
Veertien dagen later nam ik de trein naar Zutphen en op het rangeerterrein stond
inderdaad een Honeckerrijtuig. Daar aangekomen trof ik Peter Jansen aan met zijn
benen op tafel. Het maakte allemaal een chaotische indruk. Jonge knulletjes
zaten wat te rommelen aan apparatuur en een derde rangs dj draaide wat platen.
Tijdens de uitzendingen werd er steeds melding gemaakt van treinen die in
Nederland te laat zouden arriveren of helemaal niet zouden rijden. Kennelijk had
men een deal gemaakt met de Nederlandse Spoorwegen.
Eric Wiltsher
Regelmatig lees ik op de Anorak pagina’s verhalen, commentaren en opmerkingen
van de hand van Eric Wilther. Eric was betrokken bij een aantal radiostations
die via de toendertijd analoge Astra satelliet werden uitgezonden. Ik herinner
me QEFM, een easy listening station ( tevens de reden waarom ik mij destijds
meteen een schotel aanschafte), Country Music Radio en Euronet. Allemaal
stations die een korte tijd gebruik maakten van de Astra satelliet. Helaas
allemaal verdwenen. Jaren geleden waren Hans en ik weer eens in Londen en hadden
een afspraak gemaakt met Eric Wiltsher. Eric was bezig met de voorbereidingen
voor de herstart van Radio Luxemburg. Studio’s zouden in Londen gevestigd
worden.
Eric haalde ons met de auto op. We zouden met elkaar van gedachten gaan wisselen
in een heel rustige pub aldus Eric. In de auto had hij zijn radio staan op de
1440 kHz. “Dit zijn testuitzendingen van Radio Luxemburg aldus Eric. Ik dacht er
het mijne van… We kwamen een heel drukke pub binnen en door onze hoofden vlakbij
het hoofd van Eric te houden konden Hans en ik flarden opvangen van het verhaal
wat Eric ophing. Niet nodig te vertellen dat er van een herstart van Radio
Luxemburg niks terecht is gekomen.
Radio Caroline top veertig periode (1964-1968)
Mijn absolute favoriete dj’s waren Robbie Dale en Johnnie Walker. De laatste
startte zijn programma om negen uur ’s avonds met “warm and tender love”van
Percy Sledge. Als ik maar even tijd had luisterde ik naar hen. Mijn enthousiasme
was heel groot toen bleek dat Johnnie Walker onze radiodag zou bezoeken en zelfs
Robbie Dale zou komen. Ik heb genoten van alle verhalen die ze vertelden over
hun avonturen aan boord,.Johnnie had een boek over zijn radiobelevenissen
geschreven. Dat boek heb ik nooit in handen gehad. Ik kreeg wel de cd’s in
handen, want Johnnie heeft zijn boek ook voorgelezen. Verontrustend vond ik dat
hij in de jaren na Caroline wat labiel was geworden: hij hield zich bezig met
reiki en andere flauwekul. OK, zegt u nu: Olthof jij organiseerde paranormaal
beurzen. Dat klopt, maar niet omdat ik in die zweverige toestanden geloofde,
maar alleen voor het geld dat het opbracht. SMC kan onmogelijk bestaan van
uitsluitend inkomsten van Freewave en een radiodag. Ook heden ten dage beluister
ik Johnnie Walker nog en wel via zijn programma’s op BBC radio 2.
Deel 7
Oplichter misbruikte woningnood.
Huis 50 x verhuurd
Amsterdam, 22 oktober 1962- Tenminste zes, maar vermoedelijk meer dan vijftig
woningzoekenden zijn door de 66 jarige Amsterdamse administrateur J.C. H.
opgelicht voor bedragen tussen de 250 tot 2000 gulden. Rechercheurs hebben de
man gistermiddag in Hotel Americain gearresteerd. De administrateur is al
meermalen veroordeeld wegens oplichtingen. H. zocht contact met woningzoekenden
door te schrijven op advertenties of door zelf te adverteren. Vervolgens
vertelde hij, dat zijn huurhuis aan de Willemsparkweg 121 vrij kwam, omdat hij,
daar zijn vrouw overleden was, bij zijn zuster in Wassenaar ging inwonen. H.
vertelde dat de huiseigenaar Olthof een goede vriend van hem was, zodat er geen
enkel probleem zou rijzen. Zijn enige voorwaarde was, dat de nieuwe huurder de
vloerbedekking en de gordijnen zou overnemen. Het verschuldigde bedrag liet H.
zijn slachtoffers vooruit betalen.
Woningzoekenden die later contact zochten met de huiseigenaar kregen te horen,
dat H. een notoire oplichter was. Gisteren was hij “zaken aan het doen”met een
Hilversummer, toen de politie hem greep. De gesprekspartner had de politie
ingelicht over zijn ontmoeting met H.en kreeg toen de raad de afspraak in het
hotel na te komen. De recherche zal H. vandaag uitvoerig verhoren. Volgens de
politie heeft de administrateur met de woningzoekenden ontvangen geld zijn
schulden afbetaald. Er is geen cent meer over. Het is niet onmogelijk, dat H.
met zijn kwalijke praktijken vele tienduizenden guldens heeft opgestreken.
Een van zijn cliënten heeft het geld terug: hij drong vrijdagnacht met vier
sterke vrienden het huis van H. binnen en haalde het geld terug.
De huiseigenaar zegt dat hij de politie enige tijd geleden al gewaarschuwd had
voor de praktijken van de administrateur, die nog een vonnis van een half jaar
moet ondergaan.
Bovenstaand stukje stond in Het Parool destijds. Mijn grootvader- hofkapper van
Wilhelmina- kocht het huis aan de Willemsparkweg in 1922. Het huis met 3 etages
was te groot voor een gezin met 3 kinderen, dus werd een etage verhuurd aan Mr.
Jolles, destijds president van de Amsterdamse rechtbank. Jolles overleed in 1942
en op last van de Duitse bezetter kwam er een Nederland-Duits echtpaar in. Hij
was zogenaamd administrateur en deed hand en spandiensten voor o.a. de SD. Mijn
ouders vertelden meermalen dat in de Hongerwinter van 1944 mensen van de SD daar
bij de familie H. aten en ’s avonds de botten van de genuttigde kippen in de
tuin gooiden. Kort na de bevrijding werkte mijn vader bij het Canadese
Leafcentrum, gevestigd in Amsterdam zuid. Een Canadees had mijn vader nog
aangeboden om de familie H. aan de dichtstbijzijnde boom op te knopen, maar dat
vond mijn oude heer wel wat ver gaan. Het resultaat was dat ze tot de dood van
mevrouw H. op hun etage bleef zitten, ondanks pogingen van mijn vader om het
huurcontract te beëindigen. “Het oude loeder was dood” om mijn moeder te citeren
en meneer H, moest nog wat maanden “opknappen”in de gevangenis. Op een nacht
werd er gebeld door een groep mensen met leren jassen aan.
Ze zagen er wat gewelddadig uit. Trillend als een espenblad deed mijn vader
open. Ze kwamen voor meneer H. Meneer H. had ze opgelicht voor fl. 10.000,-- en
dat geld kwamen ze even ophalen. Na enige schermutselingen op de etage waarbij
zeer rake klappen vielen, vertrokken ze weer. Op 1 maart 1963 begon ik met mijn
vader de hele verdieping te schilderen en daar zijn we minstens 2 maanden mee
bezig geweest. Daarna werd de 2 verdieping woonkamer en keuken. Het souterrain
werd verhuurd aan een zekere Arnold Gossimmelinghaus, een telg uit een adellijke
familie uit Maastricht, Meneer Arnold, zoals hij zich noemde, was vroeger pater
geweest. Wat hij er niet bij vertelde dat hij last had van enige warrigheid in
zijn hoofd, waarvoor hij behandeld was geweest. Nadat hij uitbehandeld was,
kocht hij een prisma pocket over hetzelfde onderwerp en plaatste een bordje
buiten: Arnold, Psychiater.
Meneer Arnold liep altijd in een soort pij rond en kookte de hele dag soep. De
soep stonk het hele huis door. Opnieuw moest mijn vader pogingen doen om het
huurcontract met heer Arnold te verbreken. Dat lukte uiteindelijk toen zijn
familie in Maastricht doorkreeg dat het niet zo goed ging met hem. Op last van
zijn familie keerde hij terug naar Maastricht.
Meneer Arnold had een enorme praktijk opgezet in Amsterdam. De bezoekers liepen
af en aan. Mijn ouders en ik waren lid van de FTS, dat was een reisbureau die
speciale reizen organiseerde naar Frankrijk. De vaste reisleider was een zekere
meneer Kort. Groot was de verrassing toen meneer Kort tevens patiënt was bij
meneer Arnold. De moraal van dit verhaal:
Verhuur nooit aan particulieren, want je krijgt ze er nooit uit!
Eind 1963 begon mijn vader veel last te krijgen van spataderen en hij besloot de
kapperij vaarwel te zeggen. Via een klant van hem waarvan haar man directeur van
een verzekeringsmij was kon hij een baan krijgen bij diezelfde maatschappij. De
voormalige kapperszaak werd verbouwd tot kantoorruimte.
Daar hebben achtereenvolgend in gezeten: een onroerend goed maatschappij, Bibby
Princess Foods
( bekend van de Melba toast), een advocaat en tenslotte nog een firma in
integratie zaken. Princess Foods had in het souterrain allemaal etenswaren
staan, dus dat trok muizen aan. Al gauw werd er uit het asiel een poes gehaald,
Snoopy genaamd. Toen Princess vertrok naar een groter pand, bleef Snoopy bij mij
achter. Snoopy was een schat, ze durfde alles ( op een ochtend in mei stond ik
in de tuin te roepen omdat ze de boom niet uit durfde) en ze werd 22 ½ jaar.
Mijn ouders en ik waren gek op haar. Toen ik geboren was in 1945 kwam er ook een
kat in huis: Poele genaamd. Poele was zwart wit qua kleur. Poele had al snel
vriendschap met me gesloten, want hij lag aan het voeteneind bij me in de wieg.
Mijn moeder vond dat maar zo zo, maar liet de kat liggen. Na Snoopy kwam Moortje
1, een kat uit de poezenboot. Moortje had een week rond gezworven in de buurt
van het Singel in Amsterdam. Zijn grote hobby was goed eten.
Moortje kreeg als eerste biefstuk alvorens wij aan de beurt waren. Slagroom en
yoghurt daar was hij gek op. Ik heb nog een foto gemaakt van Moortje die een
kuipje Danone leegat. Die foto heb ik opgestuurd naar Danone en een week later
kwam een vertegenwoordiger een hele tray met Danones brengen.
De foto hangt nu nog in de directiekamer.
Advocaat
Na Bibby Princess Foods kwam een advocatenkantoor met maar liefst 4 advocaten in
de kantorenruimte zitten. Na enige tijd verlieten 3 advocaten het pand door
onderlinge onenigheid en bleef er een advocaat met zijn secretaresse achter.
Sonja heette ze. Ze was bijna alle dagen op kantoor en ook op zaterdag want haar
baas was Joods en kwam dus zaterdag niet op kantoor. Ze kon dan rustig bellen
met haar vriendje in Engeland. Ik vroeg weleens aan haar waarom ze die knul niet
naar Nederland haalde, maar daar wilde ze niet op in gaan. Wel was ze zelf druk
aan het daten en op een zaterdagochtend vertelde ze me dat ze ’s nachts om een
uur nog een date had met een neger op het Rembrandtsplein. Dat was haar toch
niet zo bevallen zei ze. Op een ochtend kwam ze luid jammerend naar boven en zei
onder een stortvloed van tranen dat haar tekstverwerker Wordperfect 4.2 ( dus
echt uit de oude doos) niet meer werkte. Sterker nog, niets werkte er meer. Ze
had nl een kolossale virus in haar PC. “O jammerde ze: wat moet ik doen. Het
moet maandag af zijn”. Nou, dan bel je toch je baas zei ik. Nee, dat kan niet
want hij neemt zaterdag de telefoon niet aan, het is sabbat vandaag. Nou ja,
meid, dan is er niks aan te doen. Ga lekker naar huis. Zijn probleem toch?
Een dag later vroeg ik hoe het afgelopen was. Haar baas had kans gezien de
rechtzitting voor een week te verdagen.
Deel 8
Ook Rob wordt een jaartje ouder en gaat langzamerhand aan het denken wat er toch
met zijn verzamelingen, die hij bezit, later dient te gebeuren. Hij is echter
niet de enige die met deze gedachte rond loopt. Laten we maar eens kijken wat er
deze keer bij Rob is opgeborreld.
Onze Duitse radiovriend Martin van der Ven wees mij enkele weken geleden op een
programma van Keith Skues. Keith was in dit programma erg openhartig. Zo
vertelde hij dat hij vrijgezel is en weinig familie had. Keith Skues meldde aan
de luisteraars: “Ik heb ettelijke duizenden grammofoonplaten. Wat doe ik ermee
als ik bijvoorbeeld naar een bejaardenhuis moet?”. Een vraag die wij ons
allemaal weleens zullen stellen. Wat doe je met al je offshore en andere
radio-opnamen? Stellen we het ter beschikking aan ‘Beeld en Geluid’ ofwel het
voormalige omroepmuseum? Stel dat we leven in het jaar 2040. Dat is dus over
minder dan 31 jaar. Dan ben ik dus in de negentig. Dat is mogelijk dat ik dan
nog leef want mijn moeder is inmiddels 94 jaar. Wat doe ik dan met alle opnames?
Wie is er dan nog geïnteresseerd in The Rolling Stones? Wie luistert er dan nog
naar The Beatles? Ik weet dat Hans Knot en ik erg hangen aan de nostalgie. Maar
wat doet de familie met je spullen als je overlijdt of naar een bejaardenhuis
moet?
Je kan onmogelijk komen aanzetten met 1000 cd’s, 500 dvd’s, mijn apparatuur,
mijn schotel. Bovendien, ik ben alleen zoals waarschijnlijk velen van ons.
Bestaat in 2040 de nieuwsgroep nog of uitsluitend de nieuwsgroep Radio en/of
satelliet. Worden er in 2040 nog cd spelers gemaakt? Daarvoor moet je nu al in
een gespecialiseerde Hi Fi zaak zijn. Stap je bij BCC binnen, dan drukken ze je
gewoon een dvd speler in de hand met de opmerking: ‘kunt u ook cd’s mee
afspelen’. Of lopen we in 2040 met zo’n I-potje rond met die rottige (kop)
telefoontjes. Het heeft het geluid anno 1920. Helemaal geen hi fi. Ja, ik hang
aan nostalgie. Toen ik ging verhuizen en mijn werkster voor de eerste keer
binnen stapte in mijn nieuwe flat, zei ze tegen me: “Rob, waarom heb je die
rottige groene stoelen meegenomen. Dat ziet er toch niet uit”. “Cathalina”, zei
ik: “die rottige stoelen komen nog van Diligentia, mijn eerste werkgever. Daarop
heb ik nog gezeten in 1968”. Ze schudde bedenkelijk het hoofd.
Stel, ik ben 80 jaar en begin langzamerhand wat dementeren. Ik kan mijn huis
niet vinden. Politieman op straat neemt oom Ollie even mee, kijkt in mijn zakken
en vindt een telefoonnummer van Peter Harmsen, mijn vriend en webmaster en
tevens executeur testamentair. “Meneer Harmsen: wij hebben hier een warrige man
aangetroffen in het stadcentrum van Amstelveen. Hij roept zachtjes: ‘Laser 558,
London 266, RNI 220, Caroline 259’. Is dat een code of zo? “.
Ik kan me nog heel goed herinneren dat in 1975, dus nu meer dan 34 jaar geleden,
het voormalige zendschip van Radio Veronica, de Norderney, achter het Centraal
Station in Amsterdam lag in verband met Sail Amsterdam. Er stonden wat grietjes
op het dek van het schip en vroegen aan mij: “Zond Veronica vroeger uit vanaf
zee?” Hoe oud waren die meisjes? Een jaar of 16,17. Ze hadden zich nooit
gerealiseerd dat vanaf een schip radio kon worden gemaakt!
Mocht het zover komen in de toekomst dat mijn flat wordt ontruimd, dan vrees ik
dat meer dan de helft in de vuilcontainer verdwijnt. Ik hoor het Peter Harmsen
al zeggen tegen zijn vrouw: “Monique: ik heb enige honderden cd’s van Ollie bij
me. Hebben we daar plaats voor?” Monique zal zeggen: “Ja hoor, in de container
ermee”. Zucht. Maar even zonder gekheid, als opa postzegels verzamelt, behouden
die hun waarde, terwijl het aantal verzamelaar slinkt. Eigenlijk ook vreemd. Ik
vraag me weleens af of het aantal mensen dat verzamelt ook afneemt. Verzamelt de
jeugd nog wel wat?
Rob Olthof